Schrif­te­lijke vragen Lokaal hitteplan Culemborg

Indiendatum: 17 aug. 2023
Antwoorddatum: 18 sep. 2023

Inleiding Partij van de Dieren op de vragen
Voor de zomer heeft het college een informatienotitie van het hitteplan verspreid.[1] In het hitteplan worden huisdieren en landbouwdieren genoemd, waarbij het college de verantwoordelijkheid volledig bij de eigenaren legt. Dieren worden niet als risicogroep benoemd. De Partij voor de Dieren wil graag weten of het college ruimte ziet om in de actualisatie van het hitteplan wel verantwoordelijkheid te nemen voor alle inwoners van de gemeente.
Ieder jaar roept de politie op om alert te zijn op huisdieren die last hebben van hittestress, bijvoorbeeld honden die in een afgesloten auto worden achtergelaten. Het redden van deze dieren heeft volgens de politie "de hoogste prioriteit".[2]

Inleiding college B&W op de antwoorden (algemene reactie)
Het Lokaal Hitteplan Culemborg is een praktische uitwerking van het Nationaal Hitteplan, met als doel om negatieve gezondheidseffecten door hitte te voorkomen. Het dient primair als communicatiesysteem om (kwetsbare) inwoners, hoofdzakelijk via de keten van zorgorganisaties, professionals en mantelzorgers, te waarschuwen voor en voor te bereiden op perioden van hitte. De aanpak van hittestress bij dieren valt onder de aanpak van dierenverwaarlozing en dierenmishandeling. In het Lokaal Hitteplan Culemborg geven we hier aandacht aan door dieren apart te benoemen (zie paragraaf 2.6). De Landelijke inspectiedienst Dierenbescherming houdt toezicht op het welzijn van huisdieren gehouden door particulieren. De politie treedt op bij spoedgevallen van dierenleed. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) inspecteert op de eisen voor dierenwelzijn bij bedrijfsmatige houders van dieren. Bij zorgen over een gewond, verwaarloosd of mishandeld dier kan contact worden opgenomen met NVWA. Meer informatie hierover is te vinden via: Melden gewond, verwaarloosd of mishandeld dier | Dierenwelzijn (onderwerp) | NVWA.

1. Heeft het college contact met de politie gehad over het opnemen van huisdieren in het hitteplan en hoe de gemeente hier een rol in kan spelen? Zo nee, bent u alsnog bereid om dat te doen en het hitteplan met hun advies te actualiseren?

Antwoord:
Wij hebben geen contact gehad met de politie bij het opstellen van het hitteplan. We kunnen huisdieren opnemen in de communicatie bij de verschillende taken per (waarschuwings)fase, zoals opgenomen in bijlage 1 van het Lokaal Hitteplan Culemborg.

2. De Partij voor de Dieren heeft een meldpunt geopend voor landbouwdieren die last hebben van hittestress.[3] Voorgaande jaren hebben diverse dierenwelzijnsorganisaties dit ook gedaan met als resultaat vele honderden meldingen.[4] Deelt het college de zorgen van de Partij voor de Dieren dat veehouders niet altijd voldoende maatregelen (kunnen) treffen om landbouwdieren te beschermen van hittestress?

Antwoord:
De verwachting is dat veehouders zich goed bekommeren over het welzijn van hun dieren. Of zij dit op een goede manier doen valt onder het toezicht van de NVWA, waar Culemborgers een melding kunnen doen.

3. Heeft het college contact gehad met veehouderijen en/of dierenwelzijnsorganisaties over het opnemen van landbouwdieren in het hitteplan en hoe de gemeente hier een rol in kan spelen, bijvoorbeeld het versoepelen van vergunningverlening voor het neerzetten van beschutting? Zo nee, bent u alsnog bereid om dat te doen en het hitteplan met hun advies te actualiseren?

Antwoord:
Wij hebben over het hitteplan geen contact gehad met veehouderijen en/of dierenwelzijn organisaties. De aandacht die wij in de communicatie hieraan kunnen geven, zoals genoemd bij het antwoord op vraag 1, geldt voor alle inwoners. Dus ook voor veehouders. Het versoepelen van vergunningverlening raakt aan zoveel andere aspecten (ruimtelijke kwaliteit, juridische planologische aspecten) dat wij hier geen algemene uitspraak over kunnen doen. Dit zouden we per geval moeten beoordelen.

4. Waarom heeft het college wilde dieren, die vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, niet benoemd? Gaat het college wilde dieren in de actualisatie van het hitteplan wel een plek geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
We zien geen gemeentelijke verantwoordelijkheid voor wilde dieren in het kader van het Lokaal Hitteplan Culemborg.

5. Is het college bereid om contact op te nemen met de lokale Dierenambulance om hun advies te vragen over (wilde) dieren in het hitteplan en de rol van de gemeente hierin, en hun advies mee te nemen in de actualisatie van het hitteplan?

Antwoord:
Als de Dierenambulance meent dat de gemeente hierin een rol kan spelen kan zij de gemeente hierin ongevraagd adviseren.

6. Gaat het college in de actualisatie van het hitteplan dieren alsnog benoemen als risicogroep?

Antwoord:
Zie het antwoord op vraag 1. In hoofdstuk 2.6 wordt al aandacht besteed aan huisdieren. Met het opnemen van dit hoofdstuk geven we al aan dat dit een risicogroep is.

7. In het hitteplan lezen we: ‘de bebouwde omgeving zorgt voor een extra dikke deken (…) Deze vorm van hittestress is preventief aan te pakken middels goede ruimtelijke ordening: de inrichting van woonwijken en ruimte met aanleg van groen- en watermaatregelen.’ Heeft het college enkele praktijkvoorbeelden van hoe Culemborg hier invulling aan geeft, zowel bij bestaande als toekomstige woonwijken?

Antwoord:
De gemeente Culemborg geeft hier invulling aan door voor inwoners dichtbij koele looproutes te creëren waarin zij zich in hun wijk of naar voorzieningen kunnen bewegen. Het Bouwlustpad, Welmoed Wijnand Frankenpad, het Kwartelpad, Prijsseweg/Betsy
Perkweg, het Rivierenpad, de Meerkade zijn goede voorbeelden. Initiatieven van bewoners zoals bij de Eendenkooi en Zomertaling proberen wij te faciliteren. Helaas zijn er ook minder goede locaties. In het Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie dat eind dit jaar gereed is zullen die worden benoemd en in de jaren erna worden aangepakt.

8. Heeft het college ook voorbeelden waar Culemborg ervoor kiest om níet tot bebouwing over te gaan om te zorgen dat de ‘deken’ niet nóg dikker wordt?

Antwoord:
Een concentratie van veel verharding in de openbare en private buitenruimte leidt tot een hitte-eilandeffect. Dat straalt af op de bebouwing er om heen. Op die manier zorgt de bebouwde omgeving voor een extra dikke deken. Het gaat dus niet zozeer om de bebouwing maar om de concentratie van verharding. Voorbeelden waar zich dit voordoet zijn het Weteringeiland en de Zomertaling/Eendenkooi in Parijsch. Met dat beeld zijn voor de nieuwe wijk Borg en Buiten andere (groenere) keuzes gemaakt.