Schrif­te­lijke vragen Stil­zwijgend verlengen over­een­komst visrechten


Indiendatum: 17 okt. 2023

De huidige huurovereenkomst van de Hengelsportvereniging Eerste Culemborgse Hengelaars Vereniging is in 2009 opgesteld en verliep in 2015. Na het verlopen van de overeenkomst is er niets gebeurd en is de overeenkomst stilzwijgend blijven bestaan.

1. Acht het college het wenselijk, mede in het kader van transparant bestuur, dat overeenkomsten tussen de gemeente en verenigingen stilzwijgend worden verlengd (met zoveel als 8 jaar)?

2. Wat is de juridische rechtmatigheid van het stilzwijgend verlengen van zo’n document? Indien het niet rechtmatig is, wat zijn hiervan de consequenties en hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen?

3. Spelen er momenteel nog andere dergelijke overeenkomsten die een vergelijkbare situatie betreffen, bijvoorbeeld op het gebied van jachtvergunningen, imkervergunningen etc?

4. Bent u voornemens om deze overeenkomst(en) binnenkort te herijken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

5. Vindt het college de manier van het huidige gebruik van de Culemborgse wateren nog wenselijk of staat het college ook open voor een andere invulling hiervan, bijvoorbeeld een die aansluit bij het groenbeleidsplan en het biodiversiteitsplan?

6. In Amersfoort zijn de visrechten recent vernieuwd [1]. Hier zijn afspraken gemaakt om de hengeljacht minder wreed en milieuvervuilend te maken. Is het college hiervan op de hoogte? Zo ja, hoe kijkt het college hiernaar?


[1] https://www.amersfoort.nl/sportvissers-stoppen-met-weerhaken-amersfoort

Indiendatum: 17 okt. 2023
Antwoorddatum: 14 nov. 2023

1. Acht het college het wenselijk, mede in het kader van transparant bestuur, dat overeenkomsten tussen de gemeente en verenigingen stilzwijgend worden verlengd (met zoveel als 8 jaar)?

Antwoord:
De overeenkomst met de ECHV is in 2009 afgesloten met een looptijd van 6 jaar. Op grond van de Visserijwet wordt de overeenkomst van rechtswege stilzwijgend verlengd met telkens 6 jaar (zie beantwoording bij vraag 2). Voor dit soort langlopende overeenkomsten vindt het college dit een passende constructie.

2. Wat is de juridische rechtmatigheid van het stilzwijgend verlengen van zo’n document? Indien het niet rechtmatig is, wat zijn hiervan de consequenties en hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen?

Antwoord:
De verlenging is rechtmatig. Artikel 33 van de Visserijwet 1963 geeft voor verlenging van de huurovereenkomsten een aantal regels:

Artikel 33
1. Een overeenkomst van huur en verhuur van visrecht, voor zover aangegaan voor een periode van zes jaren, wordt van rechtswege verlengd voor een gelijke periode, tenzij:
a. de verhuurder uiterlijk acht maanden voor het eind van de lopende overeenkomst aan de huurder een nieuwe overeenkomst van huur en verhuur van visrecht heeft aangeboden of aan hem schriftelijk te kennen heeft gegeven de overeenkomst van huur en verhuur van het visrecht niet te willen voortzetten, of
b. de huurder, indien door de verhuurder geen toepassing is gegeven aan onderdeel a, voor het einde van de lopende overeenkomst aan de verhuurder schriftelijk te kennen heeft gegeven de overeenkomst van huur en verhuur van het visrecht
niet te willen voortzetten.

Door het systeem van verlenging van rechtswege hoeven huurder en verhuurder geen actie te ondernemen; de overeenkomst loopt van rechtswege door voor een nieuwe periode van zes jaar. Omdat op 1 oktober 2009 goedkeuring is gegeven aan de overeenkomst door de Kamer van Binnenvisserij, is dit ook de ingangsdatum van de overeenkomst. De overeenkomst liep dus in eerste instantie tot 1 oktober 2015 en is vervolgens verlengd tot 1 oktober 2021. De overeenkomst is daarna weer verlengd: dit maal tot 1 oktober 2027. College is niet voornemens om de vereenkomst op te zeggen. Wel kan deze na de looptijd geactualiseerd worden. Zie ook de beantwoording onder vraag 4.

3. Spelen er momenteel nog andere dergelijke overeenkomsten die een vergelijkbare situatie betreffen, bijvoorbeeld op het gebied van jachtvergunningen, imkervergunningen etc?

Antwoord:
Nee, deze zijn bij ons niet bekend.

4. Bent u voornemens om deze overeenkomst(en) binnenkort te herijken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Antwoord:
De overeenkomst met de ECHV zou inderdaad opnieuw afgesloten c.q. geactualiseerd kunnen worden, nadat de looptijd is verstreken. Omdat bij de ‘overdracht stedelijk water’ in 2017 een deel van de watergangen in eigendom is overgedragen aan het Waterschap Rivierenland kan dit ook meegenomen worden bij de actualisatie. Voor deze watergangen verleent het Waterschap Rivierenland nu de visrechten. Hierover zijn onlangs de afspraken vastgelegd. Wij zullen het actualiseren van de overeenkomst uiterlijk in 2026 oppakken.

5. Vindt het college de manier van het huidige gebruik van de Culemborgse wateren nog wenselijk of staat het college ook open voor een andere invulling hiervan, bijvoorbeeld een die aansluit bij het groenbeleidsplan en het biodiversiteitsplan?

Antwoord:
De ECHV heeft ruim 1.800 leden die met plezier hun hobby vervullen. Dit heeft een maatschappelijke functie. Verder vervult de ECHV een rol in het beheer van de watergangen. Dit in overleg met de gemeente en het Waterschap Rivierenland. Met vrijwilligers halen zij bijvoorbeeld overmatige begroeiing uit het water, en hebben ze in de Paardengracht schuilmogelijkheden gemaakt voor jonge vissen. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van de watergangen. Het gaat dus niet alleen om het vissen, maar ook over het beheer van het hele water: zorgen voor de begroeiing, voldoende zuurstof in het water, etc. Het dient een breder doel en daarom vinden we het huidige gebruik nog steeds wenselijk. Het aspect dierenwelzijn is hierbij zeker een aandachtspunt, en zal ook in gesprekken met de ECHV aan de orde komen.

6. In Amersfoort zijn de visrechten recent vernieuwd [1]. Hier zijn afspraken gemaakt om de hengeljacht minder wreed en milieuvervuilend te maken. Is het college hiervan op de hoogte? Zo ja, hoe kijkt het college hiernaar?

Antwoord:
College heeft hiervan kennis genomen. Natuurlijk staan wij altijd open voor verbeteringen. Wij zullen deze bespreken met de ECHV en het Waterschap Rivierenland en onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor verbetering van de hengelsport. Dit moet dan in de praktijk wel mogelijk en toepasbaar zijn en leiden tot verbeteringen. We zullen hierbij de landelijke ontwikkelingen volgen.